Appeltaart

Bereidingswijze

• Meng de boter met de witte basterdsuiker. Kneed goed door elkaar zodat het suiker goed gemengd wordt.
• Voeg dan het zelfrijzend bakmeel, vanillesuiker, 1 tl kaneel en 1 ei toe. Meng dit goed door elkaar. Dit wil het beste met de hand.
• Maak een grote bal van het deeg en snijd die doormidden. Vorm nu 2 ballen en verpak deze in vershoudfolie. Leg het deel ongeveer een half uur te koelen in de koelkast.
• Schil de appels en snijd ze in kleine stukjes. Doe alles in een kom en voeg de kristalsuiker en de 3 tl kaneelpoeder toe. Meng dit goed door elkaar.
• Haal 1 bol deeg uit de koelkast en rol het uit met de deegroller tot het deeg ongeveer 1/2 centimeter dikte heeft. Maak vervolgens een afdruk met de springvorm in het deeg, zodat je weet hoe groot je het moet uitsnijden.
  Leg het uitgesneden rondje in een met olie ingevette springvorm als bodem.
• Rol het deeg opnieuw uit, deze keer langwerpig. Maak weer een afdruk met de springvorm, maar deze keer met de zijkant, zodat je de hoogte van de springvorm kunt zien. Snijd deze langwerpig uit het deeg. Rol het deeg op en rol het weer uit langs de rand van de springvorm. Herhaal dit wanneer je niet genoeg hebt.
• Zorg ervoor dat je de zijkant en onderkant goed tegen elkaar aan drukt. Duw het deeg daar goed aan zodat het goed aansluit.
• Doe een beetje paneermeel over de bodem en verspreid dit. Dit zorgt ervoor dat het overtollige vocht uit de appels geabsorbeerd wordt en je geen natte taartbodem krijgt.
• Doe de appels op de taartbodem.
• Rol de 2e bol deeg ook langwerpig uit en snijd hier dunne repen uit. Dit is voor de bovenkant van je taart. Snijd ze in verschillende lengtes, zodat het in je springvorm past.
  Druk als je klaar bent de zijkanten van de taart wat naar binnen.
• Kluts het ei en breng wat ei aan op de taart door middel van een bakkwastje. Dit zorgt voor een mooie goudgele kleur.
• Bak de taart in ongeveer 50 minuten gaar in een voorverwarmde oven op 175 graden.